Kom, volg mij!

Deze overdenking, geschreven door Hans Alblas, is gemaakt voor het programma Levenswoorden op Groot Nieuws Radio, waar het Evangelisch College wekelijks aan bijdraagt. De overdenking maakt deel uit van de serie Loop mee met Marcus.

Overdenking  

Dagtekst 
Marcus 1 vers 17: Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg Mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ 

We lezen in het Evangelie van Marcus, een uniek soort historische vertelling. Marcus wil dat zijn lezers ontdekken wie Jezus van Nazareth is en wat Hij gedaan en onderwezen heeft. We zijn gekomen bij hoofdstuk 1 vers 16 tot en met 20. De inleiding is geweest en we gaan nu horen hoe het allemaal gegaan is met Jezus en zijn leerlingen: 

16Toen Jezus langs het Meer van Galilea liep, zag Hij Simon en Andreas, de broer van Simon, die hun netten uitwierpen in het meer; het waren vissers. 17Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg Mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ 18Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem. 19Iets verderop zag Hij Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes, die in hun boot bezig waren met het herstellen van de netten, 20en direct riep Hij hen. Ze lieten hun vader Zebedeüs met de dagloners achter in de boot en volgden Hem. 
Marcus 1:16-20 (NBV 21)

Zonder omhaal van woorden, schildert Marcus trefzeker een alledaags tafereel. Er zijn vissers aan het werk bij het Meer van Galilea. Marcus doet geen moeite om zijn lezers enige achtergrondinformatie te geven. Hij veronderstelt blijkbaar dat zij weten dat dit meer in het Noorden van Israël ligt. En dat hier de visserij bloeit, in de tijd van Jezus. Hij heeft al wel  verteld dat Jezus uit Nazareth komt, een bergstadje in de buurt. Dit is de leefwereld van Jezus. Hoe vaak zal Hij al niet langs het meer hebben gewandeld? Ogenschijnlijk gebeurt hier helemaal niets bijzonders. Het zou een dag als alle anderen kunnen zijn geweest. 

Van de vier vissers die met name genoemd worden, weten we hoegenaamd niets. Marcus vermeldt alleen dat Simon en Andreas broers van elkaar zijn, evenals Jakobus en Johannes. Van die laatste twee noemt hij ook de naam van hun vader, Zebedeüs. Twee keer zelfs: zou hij nog bekend zijn geweest onder de eerste lezers? 

Het valt op dat Marcus vertelt hoe deze vier leerlingen geroepen worden. Dat doet hij even later alleen nog bij Levi, ofwel Mattheüs (zie hoofdstuk 2 vers 14 tot en met 17). Van de andere zeven leerlingen die door Jezus aangesteld worden als apostel, lezen we alleen hun namen (in hoofdstuk 3 vers 16 tot en met 19). Het zal geen toeval zijn dat Simon, Jakobus en Johannes de binnenste cirkel van de groep leerlingen zullen vormen. Maar op dit moment in het verhaal leren we de vier mannen slechts kennen als vissers. 

Ineens is daar Jezus, die hen roept. Wat maakt dat ze zo snel op zijn uitnodiging ingaan? Hebben ze al van Hem gehoord? Kennen ze Hem misschien persoonlijk? Of is het voldoende dat Jezus optreedt als een joodse rabbi? John Mark Comer geeft in zijn boek ‘De Weg volgen’ een mooi beeld van zo’n geestelijk leraar binnen het Jodendom. Een rabbi verzamelt nu eenmaal een groep leerlingen om zich heen. Hij geeft zijn onderwijs niet in een klaslokaal. Hij draagt zijn kennis en wijsheid over door samen met zijn leerlingen te leven in een gemeenschap. Dat gebeurt terwijl ze van plaats naar plaats trekken, zonder vaste verblijfplaats en inkomen. Dit avontuur duurt enkele jaren. Het is slechts aan enkelen gegund. Het doel van de leerlingen is om veel tijd met de rabbi door te brengen, om op hem te gaan lijken en als hem te gaan leven.  

Blijkbaar sluit Jezus’ oproep aan bij een verlangen in het hart van de vier vissers. Ze laten direct alles achter zich: de boot en de netten, hun vader en hun collega’s. Daarmee laten ze allerlei zekerheiden los: hun familie en de gemeenschap waartoe ze behoren, hun inkomen, het werk waar ze goed in zijn en waar ze betekenis uit halen.  

Ook al verschilt jouw leefwereld in 1.000 opzichten met die van de eerste leerlingen, het is niet moeilijk om deze geschiedenis op jezelf toe te passen. Wat vraagt Jezus aan jou om los te laten, zodat je Hem kunt volgen?  

Jezus zoekt mensen op in het leven van alledag. Hij wandelt eenvoudig hun leven binnen. Zijn uitnodiging klinkt kort en krachtig: Kom, volg Mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken. De vier joodse mannen begrijpen wat dit betekent. Ze weten dat rabbi’s leerlingen om zich heen verzamelen. Hun bedoeling is om hen te vormen, zodat ze gaan denken en doen zoals zijzelf. Zoals zij mensen oproepen om hen te volgen, zo zullen hun leerlingen dat op hun beurt weer bij anderen doen. ‘Vissen van mensen’, noemt Jezus dat. 

Het treft me dat Jezus de taal van deze vissers spreekt. Hij sluit aan bij wie ze zijn: vissers. Hij weet waar ze goed in zijn: vissen. Hij geeft wel een nieuwe invulling aan hun manier van leven. Voortaan zullen ze geen vissen meer vangen maar mensen. Deze mannen worden geroepen om het werk van een rabbi te gaan doen. Zij zullen mensen gaan uitnodigen om hen te volgen, Jezus achterna. Ze zullen hen leren alles te doen wat Jezus hun heeft onderwezen. Daarbij mogen ze wel zichzelf blijven. Om Jezus te volgen en anderen te leren om dat ook te doen, hoeven ze niet iemand te worden wie ze niet zijn. Jezus maakt van vissers geen verpleegkundigen. Dokters hoeven geen dakdekkers te worden. Moeders veranderen niet in ministers. Afijn, je begrijpt mijn punt. Hoeveel er ook verandert wanneer je Jezus gaat volgen, veel blijft hetzelfde. In de apostel Paulus blijven we de kennis, ijver en rechtlijnigheid van een Farizeeër zien. Lucas schrijft zijn evangelie op haast wetenschappelijke wijze, als de arts die hij is. Voormalig tollenaar Mattheüs zet zijn rijkdom en zijn netwerk in voor het Koninkrijk. 

Wie ben jij en waar ben jij goed in? Wat daarvan kun je meenemen, wanneer je achter Jezus aan gaat? Hoe kun je jouw talenten inzetten voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk?  

Weet je wat me verder nog opvalt in deze gebeurtenis? Jezus is proactief in het roepen van mensen. Hij neemt het initiatief. Hij vraagt recht op de man en vrouw af of mensen hem willen volgen. Ongetwijfeld heeft Hij goed nagedacht over wie Hij zou roepen. Zeer waarschijnlijk heeft Hij hierbij ook Gods stem verstaan, toen Hij dit biddend heeft voorbereid. Maar Hij is niet ergens onder een boom gaan zitten om af te wachten wat er zou gebeuren. Wie God naar Hem toe zou sturen. Jezus durft te vragen. Daarmee neemt hij een zeker risico. Die vissers kunnen ook ‘nee’ zeggen. En als ze Hem wel gaan volgen, weet Hij niet hoe lang ze dat volhouden. Jezus weet misschien niet eens precies wat voor vlees Hij in de kuip heeft. Bij een van de twaalf gaat het in elk geval faliekant mis. Jezus wist dat dit moest gebeuren, dat iemand Hem zou verraden. Hij wist op zeker moment ook dat dit Judas zou zijn. Toch weerhoudt dat Hem er niet van om hem te roepen. Hij waagt het erop met elk van de twaalf. En elk van de twaalf brengt niet alleen kwaliteiten maar ook kwetsbaarheden mee. 

Volgelingen van Jezus leren te zijn en te doen zoals Jezus. Hoe proactief ben jij in het oproepen van mensen om achter Jezus aan te gaan? Hoeveel risico durf jij daarbij te nemen? Wie breng jij binnen in Gods Koninkrijk?  

Uitgelichte berichten